BTW-aspecten bij bedrijfsovername of -overdracht
Bij overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel daarvan, wordt in principe geen BTW geheven als de overgedragen zaken een gezamenlijke bestemming hebben en daardoor een bepaalde samenhang hebben (een zogenoemde algemeenheid van goederen). Daarbij geldt de voorwaarde dat de overnemende partij de onderneming voortzet of in ieder geval de bedoeling heeft deze voort te zetten. Er wordt geen heffing van BTW toegepast in de volgende gevallen:
- overdracht (en voorgenomen voortzetting) van een (deel van een) onderneming aan een derde;
- wijziging van de rechtsvorm van een onderneming (b.v. omzetting éénmanszaak in BV);
- voortzetting van een onderneming na boedelscheiding;
- een juridische fusie (het gehele vermogen gaat over naar een andere rechtspersoon) of een juridische splitsing (het vermogen wordt verdeeld over twee of meer personen);
- vorming en splitsing van fiscale eenheden.
Overgenomen BTW-verplichtingen
Bij de overdracht treedt de overnemende ondernemer in de plaats van de overdragende ondernemer. Dit heeft tot gevolg dat de overnemende ondernemer ook bepaalde fiscale rechten en verplichtingen overneemt. Het gaat daarbij voor de BTW om de volgende zaken:
- Goederen en diensten worden soms niet in gebruik genomen in het tijdvak waarin de factuur wordt uitgereikt. In sommige gevallen vindt aftrek van voorbelasting dan plaats op grond van het vermoedelijk gebruik. Als bij ingebruikneming blijkt dat te veel of te weinig BTW in aftrek is gebracht moet de in rekening gebrachte BTW worden herrekend. De overnemer kan hier de ingebruiknemer zijn;
- Voor aftrek van voorbelasting over roerende- en onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van respectievelijk vier en negen boekjaren; de overname kan binnen die periode zijn gelegen;
- Voor agrarische ondernemers geldt de landbouwregeling. Op hun verzoek kunnen zij in de heffing van de BTW worden betrokken (landbouwoptie). Een dergelijke keuze geldt in principe voor vijf jaar. Bij overdracht van een bedrijf binnen die vijf jaar is de koper in principe aan deze keus gebonden. In bepaalde gevallen is goedgekeurd dat van de termijn van vijf jaar wordt afgeweken. Bij overdracht van een landbouwbedrijf kunnen eveneens de al eerder genoemde herrekenings- en herzieningsbepalingen een rol spelen.
Margeregeling en bedrijfsovername
Bij bedrijfsovername gelden enige afwijkende regels voor de toepassing van de zogenaamde margeregeling. Als de verkopende ondernemer door een kennisgeving heeft afgezien van toepassing van de globalisatieregeling of door een verzoek juist heeft verzocht om toepassing daarvan, dan geldt dit niet automatisch voor de kopende ondernemer. Desgewenst moet deze opnieuw een kennisgeving of een verzoek indienen bij de Belastingdienst.
Let op!
Als iemand (een deel van) een onderneming overneemt en er is voor de BTW sprake van een algemeenheid van goederen dan treedt men voor de Belastingdienst in de plaats van degene die (het deel van) de onderneming heeft overgedragen. Men is dus gebonden aan het belastingregime van de vorige eigenaar (bijvoorbeeld het toepassen van kasstelsel of factuurstelsel, optie belaste verhuur, en dergelijke). Niet meer geldt de eis dat men de onderneming of een deel van de onderneming die men heeft overgenomen moet voortzetten. Als iemand een landbouwbedrijf overneemt, gelden bijzondere regels.
BTW-consequenties voor erfgenamen eenmanszaak
Als erfgenamen een eenmanszaak voortzetten, nemen ze de plaats van de overleden ondernemer in. Alle BTW-regelingen die eerst voor de eenmanszaak golden (dus alle rechten en verplichtingen voor de BTW), gaan op de erfgenamen over. Zij zijn de nieuwe ondernemer tot de dag van deling en scheiding van de boedel of tot de verkoop van de onderneming.
Afrekenen en wijziging tenaamstelling
De erfgenamen moeten eerst de administratie van de oude onderneming afsluiten en afrekenen, voordat ze het bedrijf voortzetten. Als ze het bedrijf willen voortzetten, moeten ze zich opnieuw aanmelden voor de BTW. Het bedrijf krijgt dan een nieuw omzetbelastingnummer.