Terug naar het overzicht

Op overnamepad als MBI-kandidaat? Zó haal je het maximale uit je financiering

Je hebt een bedrijf op het oog dat perfect past bij jouw ambitie en ervaring. Je hebt gesprekken gevoerd met de verkoper, er ligt een intentieverklaring en de contouren van de deal beginnen zich af te tekenen. Spannende tijden — maar nu komt één van de belangrijkste fases: de financiering rond krijgen. 
 
Voor veel MBI-kandidaten is dit het punt waar mogelijk kansen gemist worden. Niet omdat de overname geen potentie heeft, maar omdat het financieringsproces niet optimaal wordt aangepakt. In deze blog legt onze partner NLInvesteert uit waar je als MBI-kandidaat op moet letten, en hoe je met een slimme aanpak – inclusief stapelfinanciering – méér mogelijk maakt.


1. Een goede voorbereiding is het halve werk

Financiers kijken niet alleen naar het bedrijf dat je wilt overnemen, maar ook naar jóu als ondernemer. Heb je de juiste ervaring? Past deze onderneming bij jouw profiel? Hoe ziet het plan eruit voor de eerste jaren na overname?
Een financieringsmemorandum (of investeringsplan) is essentieel en moet onder meer bevatten:
  • Een duidelijke beschrijving van het over te nemen bedrijf: activiteiten, marktpositie, klanten, leveranciers.
  • De rationale achter de overname: waarom dit bedrijf, waarom nu?
  • Jouw profiel als MBI’er: ervaring, skills, trackrecord.
  • De structuur van de deal: koopsom, earn-outs, vendor loan.
  • Een gedegen financiële prognose: inclusief kasstromen, rentabiliteits- en balansontwikkeling en verschillende scenario’s (best case, base case, worst case).
  • De waardering van het over te nemen bedrijf. 
  • De gewenste financieringsstructuur.
  • De continuïteit van de onderneming na overname gericht op klantenportefeuille, aanblijven sleutelfiguren en leveranciers.
Een goed plan zorgt niet alleen voor een betere kans op financiering, maar geeft financiers ook vertrouwen dat jij weet waar je aan begint.
 

2. Eén financier benaderen? Dat is vragen om tijdverlies

Een veelgemaakte fout: het plan naar één bank sturen, daar wekenlang mee in gesprek gaan en dan pas ontdekken dat het niet past binnen hun kaders. Kostbare tijd gaat verloren, terwijl de verkoper doorgaans op voortgang rekent.

De realiteit is dat financiers allemaal net iets anders naar risico’s en structuren kijken. Wat bij de ene bank niet past, kan bij een alternatieve financier wél mogelijk zijn. Of juist in de combinatie tussen deze partijen mogelijk zijn.

Denk aan:
  • Banken die relatief conservatief zijn met overnames door MBI’ers.
  • Financiers die niet of slechts een deel van de goodwill financiering willen faciliteren.
  • Non-bancaire financiers die soepeler omgaan met solvabiliteitsverhoudingen en zekerheden.
Door meerdere financiers parallel te benaderen voorkom je tijdverlies én vergroot je de kans op een goede deal. Als er meerdere financiers tot financiering willen overgaan verbetert dat je onderhandelingspositie.
 

3. Maak gebruik van stapelfinanciering

In veel overnamecases zien we dat één financier niet het hele plaatje kan (of wil) invullen. Dat betekent niet dat de deal niet rondkomt — maar dat stapeling van financiering een oplossing biedt.
 
Een typische overnamefinanciering kan als volgt worden opgebouwd:
  • Senior lening van een bank: Vaak de grootste component, met eerste zekerheden op activa. Tot een bepaald percentage van de koopsom, afhankelijk van kasstroom, zekerheden en het maximaal te financieren bedrag t.o.v. EBITDA. 
  • Junior lening van een non-bancaire financier: Deze financier neemt meer risico en wordt eventueel achtergesteld aan de bank. Denk hierbij aan partijen die kijken naar ondernemerschap en cashflow in plaats van onderpand. Op basis hiervan wordt een tweede pandrecht op activa achter de bank geaccepteerd. Logischerwijs rekent deze partij wel een hogere rente dan bancair wordt aangeboden.
  • Vendor loan (verkoperslening): Een veel toegepaste vorm van aanvullende financiering waarbij de verkoper een deel van de koopsom achterlaat in de vorm van een lening. Dit is gunstig voor het vertrouwen van financiers en voor de liquiditeitspositie na overname.
  • Eigen inbreng van de MBI-kandidaat: Afhankelijk van de totale dealstructuur en het risicoprofiel, vragen financiers vaak om een eigen inbreng van 10% tot 30%.
 

4. Begin op tijd met het financieringsproces

Het lijkt een open deur, maar toch gaat het vaak mis: de intentieverklaring wordt getekend, due diligence wordt gestart, en pas daarna begint het financieringsproces. Terwijl juist die fase bedoeld is om zekerheden in te bouwen.
Zorg dat je de financieringsaanvraag op tijd opstart, in ieder geval direct na het tekenen van de intentieverklaring (met inachtneming van een financieringsvoorbehoud). Of laat je voorafgaand aan een aankoopproces al informeren over de mogelijkheden voor financiering. Zo voorkom je:
  • Vertraging omdat financiering toch niet haalbaar blijkt.
  • Heronderhandeling van voorwaarden met de verkoper.
  • Onnodige juridische en DD-kosten zonder zekerheid.
 

5. Wil je snelheid én de beste deal? Laat je begeleiden

Het financieringslandschap voor overnames is breed en versnipperd. De juiste partij vinden, de juiste structuur opzetten, en zorgen dat alle betrokkenen op het juiste moment kunnen schakelen – dat vraagt ervaring én een netwerk.

Goede begeleiding zorgt voor:
  • De juiste voorbereiding van je plan en het beoordelen van je financiële prognoses.
  • Toegang tot een netwerk van een grote diversiteit aan financiers.
  • Structurering van stapelfinancieringen. Hierbij kunnen we ook putten uit de financieringsbronnen die NLInvesteert ter beschikking stelt (fondsen en het investeringsplatform). 
  • Onderhandeling van condities.
  • Begeleiding tot en met passeren bij de notaris.
Of je nu een productiebedrijf, een handelsorganisatie of een IT-bedrijf op het oog hebt — met de juiste aanpak is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Maar dan moet het proces wél professioneel worden aangepakt.
 
Wim Burger